In een wereld van verlorenheid en strijd,
waar goden als roofvogels zweven, wijd en zijd,
geeft het leven met zijn onuitwisbare littekens ons pijn,
en trekt het lijden diepe sporen, fijn en klein.

Het lijkt dat deze goden ons in chaos achterlaten,
terwijl oorlogen in hun naam wereldwijd weerklinken, maten.
Wij, die roemen op onze beschaving en vrijheid,
sluiten blind onze ogen voor de onrechtvaardigheid.

Hoe kunnen we ons beschaafd en democratisch noemen,
als we het leed om ons heen willen doemen?
We gedragen ons als dwaze pubers, vol waan,
die egoïstische normen de wereld in willen slaan.

Eeuwenlang jaagden we op economische groei,
maar verloren onze moraliteit, zo’n hoge prooi.
Het eigenbelang, het misleidende spoor,
brachten ons in een geestelijke leegte, verstoord.

Multinationals en regimes, misdadig en stout,
vormen onze fundamenten, zonder dat we het benauwd.
We roepen op tot een strijd tegen terreur en pijn,
terwijl we onszelf verloochenen, dat moet wel zijn.

Een wereld waar wantrouwen heerst in elke hoek,
ons onschuldige kinderen hun veiligheid ontvloek.
Het is de tijd van alarmen, codes en veel angst,
een wereld waar menselijkheid is gevangen in gevangenisgang.

Maar als we niets doen, zullen we verloren gaan,
we moeten opstaan, onze stem verder laten gaan.
We moeten verlangen naar een menswaardig bestaan,
een revolutie, een opstand voor elk mens, waar ook vandaan.

Een revolutie gedragen door ware idealen,
moedige burgers, geen beloftes maar daden om te helen.
Als we ons organiseren en onze overheden aan de tand voelen,
dan, pas dan, zal deze revolutie het nieuwe licht gaan bedoelen.

Jean Pascal Salomez

Copyright