49273030 731176390597537 8767604328039972864 N

Ze zien je dus,

Ze weten het,

Ze weten alles.

 

s’ Nachts als je slaapt,

Kijken ze,

Denken ze er heimelijk over,

Hoe ze je zullen aanpakken,

Vernietigen en vermorzelen.

Ze kennen je immers ,

Door en door,

Ze zien haast de bewegingen die je maakt.

De tijd tikt,

De zenuwen staan onder hoogspanning,

Ze leven in eeuwige angst want ze worden altijd gezien.

 

Als ze lopen over straat,

Hand in hand met geliefden,

Hoe weten ze dan dat ene niet een van hen is.

 

Misschien hebben ze dit altijd al beraamd,

Misschien heeft iedereen alles altijd al beraamd,

Hoe kan men vrienden en familie vertrouwen,

Zij zijn immers de grootste vijand.

 

Wat dachten ze van mij,

Aanzagen ze mij als een vijand,

Koesterden ze boze plannen om me straks aan te vallen,

Of was het gewoon de vreedzame blik van dat wezen,

Dat de puur menselijke haat en hebzucht niet kent,

En gewoon aanschouwd.

Het leven zoals het is

Jean Pascal Salomez