De kwakkelende dame buurvrouw,
met haren als serpenten,
een glimlach als gehavend mes,
schuilt neer in haar poel ,
van vergiftigde vertelsels,
en wiegt heen en weer,
als een bootje in haar storm.Haar geleden schoot des aanschijns,
als een zee van verwarde chaos,
verzwelgt de zegevierende aasgieren,
die neerdalend verdrinken in haar mystieke wateren,
en veranderen in levende standbeelden van obscuur.Haar ogen, als twee gitzwarte gaten,
absorberen alles wat in haar gezichtsveld komt,
haar stem, als een koor van spookachtige engelen,
zingt een lied van verdriet en verlies.Ze dwaalt in de wereld van de waanzin,
omringd door onzichtbare demonische engelen,
en haar geest, als een vlinder gevangen in een web,
zoekt wanhopig naar een uitweg uit deze illusie.Maar toch blijft ze schuilen,
de kwakkelende dame buurvrouw,
in haar poel van vergiftigde vertelsels,
en wiegt heen en weer,
als een bootje in haar storm.Haar lichaam trilt van de vibraties,
van de surrealistische wereld om haar heen,
en haar gedachten vloeien als verf op een doek,
waarbij de kleuren veranderen bij elke penseelstreek.De kwakkelende dame buurvrouw,
een ziel verdronken in de tijd,
gevangen tussen werelden van realiteit en droom,
en haar hart, als een kristallen klok,
tikt langzaam weg naar het onbekende.Maar zelfs in haar donkerste momenten,
blijft er een glimp van schoonheid en mysterie,
en in haar poel van vergiftigde vertelsels,
vindt ze een rustplaats voor haar gebroken geest.En zo wiegt ze heen en eind,
de kwakkelende dame buurvrouw,
als een gezonken bootje in haar storm,
terwijl de zegevierende aasgieren blijvend neerdalen,
en na verdrinken in haar zee van chaos en waanzin,
waar de grenzen van realiteit en fantasie vervagen.
De kwakkelende dame buurvrouw
Gerelateerde Berichten
Doorbreek de Isolatie: Cognitieve Inertie als Barrière voor Innovatie en Groei
Deze tekst combineert een allegorisch verhaal met een wetenschappelijke reflectie over stilstand, isolatie en verandering. Het verhaal vertelt over een fiets die al jaren tegen een oude boom staat, een symbool van thuishoren, stabiliteit en traditie. De boom, een onveranderlijke getuige van de seizoenen, accepteert de fiets als trouwe metgezel, terwijl de tijd in stilte verstrijkt. Op een dag komt een mens voorbij, een vertegenwoordiger van innovatie en verandering, die opmerkt dat de fiets in de weg staat en beweert dat beweging noodzakelijk is. De fiets, met een roestige ketting en lege banden, vraagt teleurgesteld: “Wie bepaalt wat hoort?” Deze confrontatie belicht de spanning tussen vastgeroeste overtuigingen en het potentieel voor vernieuwing.
De tekst onderzoekt verder het thema isolatie, zowel letterlijk als figuurlijk. De boom blijft onverstoorbaar terwijl de natuur in voortdurende transformatie verkeert en de fiets langzaam roest als getuige van een veranderende wereld. Het gordijn, dat in stilstand wacht op aanraking en beweging, fungeert als metafoor voor de blokkade van innovatie in organisaties waar cognitieve inertie het loslaten van het oude verhindert. Zo benadrukt de tekst dat persoonlijke en professionele groei uiteindelijk afhankelijk is van het doorbreken van oude patronen en het openen van ruimte voor nieuwe inzichten.
Lees MeerPURE DADA
In het gedicht komt het dadaïsme tot leven als een reactie op de chaos en betekenisloosheid van de wereld. Het gedicht richt zich tegen gevestigde normen zoals religie, waarheid en sociale structuren, door de nadruk te leggen op de absurditeit van conventies. De kerken, symbool voor georganiseerde religie, worden in hun leegte afgedaan, omdat zij hun oorspronkelijke essentie hebben verloren. De waarheid wordt gezien als iets dat is herschreven, vervormd door menselijke hand en tong, wat de gevaarlijkste wapens blijken te zijn. De kerk en haar rituelen worden bekritiseerd als lege schalen die de kern van geloof hebben verloren.
Het gedicht roept de lezer op om voorbij deze oppervlakkige constructies te kijken en de werkelijke essentie van geloof en strijd te zoeken. De Bhagavad Gita wordt hier gepresenteerd als een symbool voor de strijd tegen onrecht, voor de confrontatie met de innerlijke en uiterlijke strijd. Dit reflecteert de innerlijke strijd van de auteur, die zichzelf als een krijger ziet, net als Arjuna, vastbesloten om op te staan en door te gaan, ondanks de fysieke pijn en maatschappelijke afwijzing.
Door deze inzichten vanuit dadaïstisch perspectief te benaderen, wordt de menselijke ervaring niet meer gezien als een zoektocht naar betekenis, maar als een bevrijdende daad van chaos en creatie. Het gedicht benadrukt de waarde van het nu, de kracht van de eigen wil en de acceptatie van het onbegrijpelijke als onderdeel van de vrijheid van het bestaan.
Lees Meer