Karma als Moreel Kompas in het Herdenken van Historisch Onrecht
Deze bijdrage pleit voor de herwaardering van het concept karma als moreel denkkader in de analyse van historische tragedies en structureel onrecht. Karma wordt niet religieus, maar ethisch-filosofisch geïnterpreteerd: als beginsel van morele causaliteit met intergenerationele implicaties. Het doel is niet schuldtoewijzing, maar bewustwording en collectieve verantwoordelijkheid.
Aan de hand van drie historische casussen – de Holodomor (Oekraïne, 1932-33), de Bengaalse hongersnood (India, 1943) en de Belgische uitbuiting van Congo – wordt aangetoond hoe systemisch geweld, wanneer het niet wordt erkend of hersteld, een blijvende morele last genereert. Deze tragedies worden beschouwd als “morele catastrofes”, geen natuurrampen, die voortvloeien uit bewuste politieke en economische keuzes.
Karma functioneert in deze context als een intergenerationeel geheugen en als ethisch kompas. Het stelt dat collectieven – naties, staten, culturen – ook dragers kunnen zijn van karmische gevolgen. Wanneer onrecht wordt ontkend of vergeten, blijft het doorwerken in sociale ongelijkheid, racisme en moreel vacuüm, zowel in voormalige kolonisatoren als in de gekoloniseerde regio’s.
De tekst roept op tot ethisch herstel door erkenning, dialoog en gerechtigheid, waarbij kunst, filosofie en herinneringscultuur fungeren als motoren van morele transformatie. Karma wordt zo een uitnodiging tot handelen: niet als vergelding, maar als verantwoordelijkheid tegenover verleden én toekomst.
Lees Meer