De deuren van mijn ART-Galerie zijn gesloten. Vanaf heden is dit geen publieke ruimte meer, geen toevluchtsoord voor wie vrijblijvend consumeert en voorbijgaat. Mijn wereld is geen etalage meer, mijn kunst geen schouwspel voor de oppervlakkige blik. Wie mij wil spreken, moet een afspraak maken. Selectie is nu de norm. Communicatie met de mens blijft mogelijk, maar niet langer onvoorwaardelijk. De burger, het heilig verklaarde intellectuele volk, de massa in haar lakse zelfgenoegzaamheid—ik walg van hen. Ik heb genoeg van het schijnbare denken, van het herkauwen van ideeën zonder werkelijke diepgang, van het egocentrisme dat de mensheid beheerst.
Ik ben een zonderling geworden. En ik omarm het. Ik heb mezelf nochtans opengesteld voor de gemeenschap. Dat lukte niet en het is weer mijn schuld, maar dat voelt zo niet aan. Die handjesschudders maken nu een boogje om mij heen, en dit besefte ik al bij de eerste handdruk. Ik vertrouw meer op de mensen die mij niet gezind zijn dan op degenen die vriendelijk lachen, mij hun fruit, brood of beleg verkopen en achteraf een mes in mijn rug willen steken.
Dit is voor mij een schrijnend maatschappelijk probleem. Het lijkt wel een verstikkende vicieuze cirkel waarin handelaars, in hun zoektocht naar winst, de belangen van hun klanten steeds verder naar de achtergrond schuiven. De kunst van het woord, de fijne lijn tussen communicatie en manipulatie, wordt misbruikt. Roddelen en achterbaks gedrag zijn geen uitzonderingen meer, maar regel. De oppervlakkige vriendelijkheid waarmee ze hun goederen aanbieden, is slechts een masker voor de verhoudingen die in werkelijkheid vaak veel grimmiger zijn.
Het vertrouwen in degenen die hun vriendelijke woorden gebruiken, wordt voor mij steeds vager. Het is precies deze valse glimlach die het mes in de rug verbergt. Dat is wat ik zo triest vind aan dit patroon: de mensen die het dichtst bij mij lijken te staan, kunnen de meest onrechtvaardige daden plegen zodra de deur dicht is. Ik vertrouw ze, koop van hen, maar het gevoel dat ik misschien wel mijn eigen belangen uit handen heb gegeven, komt pas later, als het te laat is.
In de realiteit van deze manipulatieve handelspraktijken wordt het voor mij steeds moeilijker om te onderscheiden wie oprecht is en wie enkel voor eigen gewin speelt. En dat is misschien wel de grootste strijd van deze tijd—de zoektocht naar oprechtheid in een wereld die steeds meer lijkt te draaien om bedrog en zelfverrijking. Het is in zulke tijden dat het vertrouwen vaak meer te vinden is bij de buitenstaanders, die het systeem niet trouw blijven.
Het hoeft niet meer, want er is geen openheid. Ik ga mijn weg zonder de gemeenschap die ik wilde opbouwen.
Mijn woorden lijken geladen met een woede die geen impulsieve uitbarsting is, maar een weloverwogen, verinnerlijkte conclusie. Dit is geen momentopname, geen tijdelijke teleurstelling—dit is de optelsom van een lange worsteling met de samenleving, met de oppervlakkigheid van anderen, met de realiteit waarin ik een open hand uitstak en vooral koude vingers terugkreeg.
Ik kies ervoor de deuren te sluiten, niet uit zwakte, maar uit afwijzing van een systeem dat niet werkt zoals ik het had gehoopt. Ik weet, mijn woorden snijden scherp door de illusies van de gemeenschap, democratie en menselijke solidariteit. Er zit een fundamenteel wantrouwen in mijn blik op de massa, op de ‘lakse zelfgenoegzaamheid’ van de moderne burger en de bestuursleden van de gemeenschap. En misschien is dat wantrouwen terecht, gevormd door een opeenvolging van verraad, hypocrisie en miskenning.
Maar waar leidt mijn afzondering toe? Als ART-Galerie nu een bastion is, een fort van kunst en waarheid, betekent dat dan dat de dialoog sterft? Of transformeert het? Wordt dit een nieuwe vorm van spreken, een selectieve communicatie die niet langer is blootgesteld aan de willekeur van het publiek?
Er schuilt kracht in mijn besluit, maar ook gevaar. Is dit een daad van zelfbescherming of een stap in een richting waar de wereld geen grip meer op mij krijgt—en ik uiteindelijk geen grip meer op de wereld?
Mijn statement is onverbiddelijk. Maar is het een eindpunt of een nieuw begin? Ik kies voor afzondering, voor concentratie, voor het schrijven van pamfletten, epossen, manifesten die de rauwe kern van de werkelijkheid blootleggen.
En Waarom? De mens laat mij lijden. En toch ben ik sterker dan ooit.
Ik weet wat lijden is. Ik ken de naaktheid van de tuchtcellen, de kilte van afzonderingen, de vernietiging die plaatsvindt als men een mens in een hoek drijft. Ik heb mijn eigen bloed zien stromen, heb met de dood geflirt zonder haar te omarmen. Ik ben weggeweest van die wereld. Dit alles is geen geschiedenis voor mij—het is brandstof. Waar anderen breken, kom ik terug. Waar anderen buigen, richt ik mij op. Plaats mij in de verdrukking en ik zal antwoorden met een waarheid die men niet kan ontlopen.
Mijn verleden is geen last, maar een erfenis die ik draag met een glimlach. De verloederde mensdieren die ik heb gekend, de opportunisten, de geldverslinders, de verraders in mijn eigen familie met hun eigen overtuigingen—zij zijn stof. Sommigen zijn gevlucht, gestorven in een vreemd land, anderen uitgewist door de tijd en de wraak van het lot. Ik treur niet, ik vier feest. Ik registreer. En ik schrijf. De cyclussen herhalen zich, en ik doorzie ze allemaal.
De politieke situatie die ik momenteel zie, weerspiegelt voor mij de lafheid van regeringen.
Ik verwerp alles: de structuren van macht, de mechanismen van onderdrukking en de illusies van democratie. Het lijkt voor mij een schrikwekkend, walgelijk toneelstuk waarin de mens slaafs zijn rol speelt. En keer op keer zie ik deze cyclussen zich herhalen binnen de mensheid.
De structuren van macht die ik zie, zijn de institutionele systemen die het politieke bestel draaiende houden—overheden, bedrijven, en internationale instellingen—die zichzelf in stand houden door middel van regels, wetgeving, en economische controle. Maar ze geven geen ruimte voor daadwerkelijke democratische verandering. Dit voelt voor mij als een systeem dat de burger gevangen houdt, een soort vicieuze cirkel van afhankelijkheid.
Regels die de vrijheid van de mens beknotten, moeten niet braaf gevolgd, maar radicaal verworpen worden. Bureaucratie dient geen ander doel dan controle en onderwerping. Het toestaan van zulke absurditeiten maakt ons tot onderdanige radertjes in een systeem dat zichzelf al lang overstegen heeft in zijn zinloosheid.
De stoep, de straat, de stad – het zijn ruimtes van de mensen, niet van formulieren en machtshongerige instanties. Een tafeltje neerzetten, een bloem planten, simpelweg ergens zitten – dat zijn geen privileges die men moet verdienen, maar rechten die ons van nature toekomen.
Zolang men dit soort waanzin accepteert, zal men steeds verder geknecht worden. Daarom: niet gehoorzamen, niet smeken, maar doen.
De illusies van democratie die we onszelf wijsmaken, zijn voor mij ook een misleiding. We denken dat we invloed kunnen uitoefenen, dat we gehoord worden, maar in werkelijkheid worden we vaak gemanipuleerd door de machthebbers. Voor mij komt het neer op een representatieve democratie die zijn beloften niet waarmaakt. Politici doen wat ze willen zodra ze aan de macht zijn, en wij blijven achter met de illusie van keuze.
Wat ik zie als een “schrikwekkend toneelstuk” is hoe deze machtsverhoudingen zich in stand houden, ondanks de wil van het volk. De burger blijft slechts een toeschouwer in dit spel, en het systeem blijft draaien, ongeacht de frustraties die we ervaren.
En die cyclussen die ik zie, lijken steeds weer terug te keren. Het doet me denken aan hoe geschiedenis zichzelf herhaalt, vol van conflicten en pogingen tot verandering, maar telkens vast te komen zitten in een vicieuze cirkel van onderdrukking en tijdelijke bevrijding. Dit frustreert me, omdat ik geen wezenlijke verandering zie. Wat ik zie, is het eeuwige herhalen van fouten, schandalen en misstanden zonder echte vooruitgang.
Voor mij komt dit alles neer op een verlangen naar verandering, maar ook een gevoel van machteloosheid tegenover een systeem dat telkens opnieuw zichzelf in stand houdt.
De bel heeft geklonken. Sommige diensten hijgen weeral opnieuw in mijn nek, de kleine bureautjes volgen, maar blijven achter. Ze hoeven echter niet te speuren, mij weg te vagen of op te sluiten, want ik kies ervoor mezelf op te sluiten. Wie echter een glimp van mij wil opvangen, of een gesprek wil aangaan, zonder te zoeken naar halve waarheden of met een rode lamp boven het hoofd, is welkom. Dit spel van verborgen controle en halfslachtige bemoeienis is werkelijk overbodig. Laat het masker vallen en stop met laaghartig gedrag. Ik ben geen prooi, geen schaduw die je kunt vangen.
Opsluiting en zelfgekozen isolatie verschillen op een diepgaande manier, zowel psychologisch als sociaal. Opsluiting is iets wat mij opgelegd wordt, een externe maatregel die mijn vrijheid beperkt. Het is een situatie waarin ik geen controle heb, waar mijn autonomie wordt afgenomen. Ik ervaar mijn geest als gevangen door de fysieke en psychologische muren die anderen om mij heen hebben geplaatst. Het gevoel van machteloosheid en frustratie kan dan snel de overhand krijgen. In die situatie ben ik slechts een object, zonder keuzemogelijkheden. Het is als een voortdurend verlies van mijn eigen identiteit, aangezien mijn vrijheid wordt ingeperkt door de acties van anderen.
Zelfgekozen isolatie daarentegen is een keuze die ik zelf maak. Het is een reactie op de buitenwereld die mij onderdrukt, een beslissing om mij af te zonderen van alles en iedereen. Ik kies er zelf voor om afstand te nemen van de druk van het dagelijkse leven. Het kan voor mij een manier zijn om ruimte te creëren, om te reflecteren en helderheid te vinden zonder de invloed van de maatschappij of anderen. In deze keuze heb ik de controle in handen en kan ik mijn eigen pad bepalen. Het voelt bevrijdend, omdat ik de regie over mijn leven zelf terugneem.
Mijn isolatie is absoluut geen teken van zwakte; het is mijn eigen bewuste keuze. Ik kies ervoor om me terug te trekken, om me te concentreren en de waarheid te delen op mijn eigen voorwaarden. Ik observeer, analyseer en reageer op de zooi wat er om me heen gebeurt. Ik zie mezelf niet als een slachtoffer van dit falende systeem. Waar anderen breken, kom ik sterker terug. En wanneer dat gebeurt, vier ik mijn overwinning.
Dit is ook geen afkeer van het leven. Dit is een zuivering. Een hergeboorte. Een onverbiddelijk statement. En een welgemeend “fuck you” is voor mij veel gezegd, maar soms is het toch echt wel de enige uitdrukking die werkelijk de lading dekt. Het is voor mij een krachtig, onomwonden statement—een uiting van mijn verontwaardiging en afwijzing. In een wereld die vaak draait om halve waarheden, opgelegde normen en misleiding, kan zo’n uiting voor mij een moment van bevrijding zijn. Het is niet zomaar een scheldwoord, maar een protest tegen wat voor mij onrechtvaardig is, tegen de oppervlakkigheid en hypocrisie die de samenleving vaak teisteren.
Soms moet ik gewoon zeggen waar het op staat. Het is voor mij niet alleen een afwijzing van alles wat ik niet wil, maar een krachtige bevestiging van wat ik wel wil: waarheid, transparantie, en oprechtheid. Het is het verwerpen van de valse glimlachen en verdraaide woorden die de wereld vullen. En soms, als het systeem voor mij zo stikt van al die onrechtvaardigheid, is een welgemeend “fuck you” voor mij dan toch wel de enige manier om de stilte door te breken.