Mijn naam, mijn stem, mijn tranen zijn afgenomen
Nonsens en absurditeit zijn wat ik nu benomen
Het verdriet dat ik voel is niet langer relevant
In plaats daarvan, ben ik nu een kunstwerk transcendent

De aasgieren cirkelen boven mij, zonder genade
Maar ik lach hen uit met mijn dadaïstische parade
Hun camera’s vol sensatie en al hun geweld
Verdwijnen in de vergetelheid, een dadaïstisch held

Mijn hart is gebroken, maar het heeft geen zin
In de wereld van de dadaïsten is verdriet verleden tijd
Ik ben een meesterwerk van de absurde
Een kunstwerk van het willekeurige en het obscure

De wereld is hard en meedogenloos, vol van pijn
Maar in de wereld van de dadaïsten,
is het allemaal schijn
We omarmen de chaos en de nonsens
En creëren kunstwerken van totale desolaatheid en intensiteit.