Terwijl ik me verwonder over Donovan’s fratsen, die altijd een lach op mijn gezicht toveren, stel ik hem de vraag: “Wat is er nou weer met jou aan de hand?” Zijn antwoord? “Ik heb schuim in mijn neus.”

Ik kan niet anders dan glimlachen en zeg tegen hem: “Jij bent gek, joch.” Zijn reactie is echter kalm en doordacht: “Nee hoor, papa, als ik dat papiertje in mijn neus stop, gaat dat schuim weg in dat papiertje.” Zijn eenvoudige logica brengt me aan het lachen, terwijl ik mijn voorhoofd frons om de vele vragen in mijn hoofd te verbergen.

Plotseling realiseer ik me dat kinderen vaak veel wijzer zijn dan volwassenen. In hun eenvoudige en onbevangen kijk op de wereld schuilt een diep inzicht dat vaak verloren gaat naarmate we ouder worden. Het doet me beseffen dat grote mensen eigenlijk nogal stom kunnen zijn, terwijl kinderen met hun onschuldige logica de meest complexe situaties kunnen benaderen.

En dan stel ik mezelf een retorische vraag: “Wie is er eigenlijk de gek van het huis?” In het spel van het leven lijken de kinderen vaak degenen te zijn die de subtiliteiten begrijpen en de eenvoudige vreugde van het bestaan omarmen.