De Anarchie van het Mededogen – Filosofische Verdieping bij Siska | Jean-Pascal Salomez
Anarchistisch logo

De Anarchie van het Mededogen

Filosofische Verdieping bij Siska

Filosofische voorrede — De Spreker van de Stilte

Er is een stilte in Zonnebeke die niet van rust spreekt, maar van vermoeidheid — de vermoeidheid van mensen die te lang hun stem hebben ingeslikt. In die stilte groeit het lawaai van de onverschilligheid.

Ik heb geprobeerd te luisteren, te begrijpen, te spreken. Niet omdat ik heilig ben, maar omdat ik mens ben. Ik heb fouten gekend, muren gevoeld, de kou van het oordeel. En toch blijf ik spreken, want wie zwijgt, sterft tweemaal.

Ik kijk naar onze jongeren, die nu smeken om het recht om te verdwijnen. Hun roep is niet tegen het leven gericht, maar tegen een samenleving die niet meer leeft. Hun wanhoop is geen zwakte, het is een diagnose. Ze wijzen ons erop dat we vergeten zijn wat zorg betekent. Niet zorg in termen van procedures en projecten, maar zorg als menselijk gebaar, als anarchistische wederkerigheid: zonder voorwaarde, zonder prijs, zonder papier.

Ik schrijf dit niet tegen iemand, maar voor iedereen die voelt dat de wereld te stil is geworden in haar hart. De stilte van Zonnebeke is die van Europa. En zolang iemand luistert, zal ik blijven spreken. Niet om te overtuigen, maar om te herinneren dat vrijheid niet ontstaat uit macht, maar uit de moed om te blijven mens.

I. Siska – De Spiegel van een Tijd

Siska was een kind van deze tijd. Ze droeg geen revolutie in haar zak, geen slogans op haar tong, enkel stilte. In die stilte leefde een wanhoop die te weinig woorden vond. Haar verhaal is dat van duizenden jongeren: verloren tussen zorgsystemen die niet zorgen en beleidsmakers die niet luisteren.

Toen ze euthanasie vroeg, sprak ze geen wens om te sterven uit — ze sprak een aanklacht. Niet tegen het leven, maar tegen de samenleving die het leven onleefbaar maakte. Ze vroeg niet om het einde, maar om begrip. Om een plek waar iemand zegt: “Blijf, we zien je, we horen je.”

II. De Filosofie van de Stilte

De stilte van de jeugd is geen leegte, maar een vorm van verzet. Zoals Camus schreef: “Er is geen liefde voor het leven zonder wanhoop om het leven.” Onze jongeren leven in die paradox: ze houden vast aan wat wij hebben laten vallen — menselijkheid. Hun vraag naar euthanasie is het geluid van een samenleving die haar empathie verloor.

De filosoof Emmanuel Levinas herinnerde ons eraan dat ethiek begint bij het gezicht van de Ander. Maar wie kijkt er vandaag nog echt? Wie durft de blik te kruisen van een kind dat geen zin meer vindt in bestaan?

III. De Politiek van het Wegkijken

Bestuurders spreken in dossiers, niet in harten. Hun brieven zijn correct, hun woorden klinisch, hun houding verstikkend beleefd. Ze kennen de artikels van hun verordeningen, maar niet de namen van de jongeren die eraan onderdoor gaan. En toch durven ze zeggen: alles is conform de regels.

Maar de menselijke ziel laat zich niet reguleren. De pijn van een generatie past niet in paragraaf of politieverordening. Zij vraagt om iets wat geen enkel reglement kent: aandacht, warmte, eenvoud.

IV. De Anarchistische Weg van het Mededogen

Het anarchisme, juist begrepen, is geen chaos maar compassie. Het weigert hiërarchie waar empathie hoort te staan. Het verwerpt gehoorzaamheid aan onrecht. En het roept op tot een samenleving waarin zorg niet wordt uitbesteed, maar geleefd.

In die zin is Siska’s stem geen einde, maar een oproep tot herbegin. Zij vraagt ons niet om haar te veroordelen of te vereren, maar om te handelen. Stilte kan ook actie zijn, als ze luistert. En woorden kunnen wapens zijn, als ze waarheid dragen.

V. De Decibel van het Onrecht

“Het grootste lawaai van deze tijd is dat van de stilte van het mededogen.”

We leven in een tijdperk waarin de decibel van het onrecht hoger klinkt dan het lied van de hoop. Geluidsoverlast wordt gereguleerd, maar innerlijk lijden niet gehoord. We meten alles behalve het menselijke tekort. En zolang dat tekort blijft groeien, zal de jeugd vragen: “Mag ik eindelijk rusten?”

De ware revolutie begint niet met stenen, maar met stilte die luistert. Niet met bevelen, maar met handen die elkaar weer vinden.



Leegte, Liefde en de Zoektocht naar Menszijn

Het leven, in zijn meest fundamentele vorm, is geen lineaire tocht naar geluk. Het is een voortdurende metamorfose, een dans tussen verlies en overwinning, chaos en orde, pijn en genade. Voor velen blijft de betekenis van bestaan een raadsel, maar voor wie geconfronteerd wordt met de harde contouren van verlies, zoals ik, wordt deze vraag tastbaar, rauw en onvermijdelijk.

Mijn jeugd in Ieper, Passendale en Zonnebeke was een omgeving waar genegenheid en aandacht geen plaats hadden. School en leren waren slechts bijkomstigheden; affectie was een onbekend woord. Ouders, gevangen in hun eigen noden en verwachtingen, lieten een spoor van leegte achter. De afwezigheid van liefde, gecombineerd met agressie en chaos binnen het gezin, vormde een vacuüm waarbinnen ik mijn identiteit slechts half kon ontdekken.

Volgens Viktor Frankl (1946), grondlegger van de logotherapie, is het menselijk bestaan primair een zoektocht naar betekenis, zelfs in de meest uitzichtloze omstandigheden. Deze leegte, of zoals Frankl het noemt het existentiële vacuüm, kan verwoestend zijn, maar biedt ook ruimte: een ruimte om zin te scheppen, om keuzes te maken die ons definiëren. Mijn ervaring weerspiegelt dit: de pijn van mijn jeugd dwong me te kiezen — tussen overleven in de schaduw van trauma, of het vormen van een nieuw leven, een eigen waarheid.

Het is opvallend hoe de afwezigheid van steun en begrip, psychologisch gezien, onze perceptie van verantwoordelijkheid beïnvloedt. Martin Seligman (1975) beschreef het fenomeen van learned helplessness: wanneer een mens langdurig geconfronteerd wordt met situaties die buiten zijn controle liggen, vermindert de motivatie om te handelen. Mijn jeugd illustreert dit mechanisme, maar tegelijkertijd toont mijn volwassen bestaan dat zelfbewustzijn en reflectie deze staat kunnen doorbreken. Verantwoordelijkheid keert terug wanneer we leren overleven én creëren, zelfs onder lastige omstandigheden.

De leegte die ik als kind voelde — het gevoel van een “leeg omhulsel” — kan neurologisch ook worden begrepen. Antonio Damasio (1999) benadrukt dat onze emotionele ervaringen fundamenteel zijn voor zelfbewustzijn en besluitvorming. Het ontbreken van warme, responsieve interacties in de vroege kindertijd beïnvloedt de ontwikkeling van emotionele circuits en ons vermogen tot empathie. Mijn pad naar bewust ouderschap en het geven van liefde aan mijn kinderen is daarom niet enkel een morele keuze; het is een herstel van neurologische en emotionele balans, een herstel van menselijkheid die ooit bedreigd werd.

Psychologisch gezien is dit posttraumatische groei (Tedeschi & Calhoun, 1996): het proces waarbij mensen, door het doorstaan van diepe tegenspoed, een nieuw begrip van zichzelf, relaties en levensdoelen ontwikkelen. Mijn kinderen zijn niet slechts erfgenamen van mijn DNA, maar ook van mijn veerkracht, mijn keuze om te breken met een cyclus van verwaarlozing en pijn.

Filosofisch bekeken sluit dit aan bij de existentialistische visie van Jean-Paul Sartre: vrijheid ontstaat niet uit omstandigheden, maar uit onze keuzes binnen die omstandigheden. Mijn leven — gevormd door trauma en gemis — is een levend bewijs dat mens-zijn niet wordt bepaald door het verleden, maar door de manier waarop we onze eigen weg vinden te midden van chaos.

De kern van deze reis is liefde. Niet de oppervlakkige, conditionele liefde die velen slechts zelden ervaren, maar bewuste, dagelijkse aanwezigheid en zorg. Door deze liefde te cultiveren, herstel ik niet alleen mezelf, maar ook de generaties die volgen. Zoals Winnicott (1965) stelt, is de ervaring van een “holding environment” essentieel voor de ontwikkeling van het ware zelf. Mijn kinderen bieden me de mogelijkheid om deze omgeving te creëren, waar ik zelf nooit deel van had.

Conclusie: Het leven is geen passief pad naar geluk, noch een eindeloze opeenvolging van obstakels. Het is een voortdurende scheppingsdaad: een proces van bewustwording, herstel, liefde en groei. Het menszijn wordt gevormd in de confrontatie met pijn, in de bewuste keuze om te zorgen, te liefhebben en te scheppen ondanks tekort, chaos en verlies. Voor mij is dit de betekenis van leven: niet het vermijden van leegte, maar het leren dansen ermee, het transformeren van verleden tot kracht, en het doorgeven van die kracht aan degenen van wie ik houd.


Of zoals Kafka ooit zei: “Er is ongetwijfeld hoop, maar niet voor degenen die de strijd opgeven.”