🔥 Dada Duo’s – Denken in Twee Woorden
) Betreffende de Leer Van Het Niks
- DADA LEEFT
- NIETZSCHE LACHT
- VREES ADEM
- IK VAL
- ZIN STOPT
- TIJD SLAAPT
- BOOM DENKT
- DENK KAPOT
- DEUS DWAALT
- ZINLOOS VUUR
- SCHRIJF STIL
- WOORD HUILT
- GEEN IK
- LICHAAM HERINNERT
- ZWORD GROEIT
- SCHAAM MENS
- WETEN BRENGT
- ZWEEM WAARHEID
- PLUIS WOEDE
- GLIMLACH STAAKT
- SCHADUW KNIKT
- AD EM
- IK MAAK
- ZIEL BLOOT
- SCHREEUW VRAAG
- VERWONDER VLUCHT
- ZWIJG KEN
- NIETS GENOEG
- DENK WEG
- IK ZWORD
TAAL HAPERT
IK ONTGOD
WOORD SMEULT
STOF FLUISTERT
BANG ZIJN
ZIN GESTOLD
STILTE BRENGT
ECHT NIET
WIJ NUL
GOD WEG
VLEES KRAKT
WAAR ZALIG
MACHT FAALT
DOOD SPEELT
DING WEENT
NIETS KAN
HOOP STROOMT
TIJD KREUKT
IK FLARD
Piep zei de muis in het vogelhuis en hij vogelde het vogeltje, sloot het deurtje van het vogelhuisje. Dee d zijn ding.
Flurkastisch geformuleerde taalsurrealiteit: een narratieve miniexplosie waarin macht, verbeelding en absurdisme samenvloeien tot een soort existentiële kinderrijm voor gevorderden.
Nog even wat uitleg decoderen op dadaïstisch-wetenschappelijke wijze:
Zwordkunst: een etymologische, fenomenologische en filosofische verklaring
1. Etymologische dissectie
Kunst
Traditioneel: creatie, vormgeving, esthetiek. In dit verband: ook het vormgeven van het vormloze, de choreografie van het niet-communiceerbare, of zelfs de poging tot transcendentie via mislukking.
Zword
Een samentrekking of transformatie van woorden als:
🔍 Analyse
“Piep zei de muis in het vogelhuis”
Invasie van het onverwachte: het kleinste wezen, de muis, neemt zijn plaats in waar een ander (de vogel) thuishoort.
→ “De ander zijn plaats innemen” = ondermijning van culturele rolpatronen.
“en hij vogelde het vogeltje”
Hier glijdt taal over in fysieke suggestie. De machtsverhouding keert: het kleine heerst over het ogenschijnlijk vrijere (de vogel, symbool van vrijheid).
→ Seksualiteit, dominantie, de wreedheid van omkering — psychoanalytisch leesbaar als een freudiaans machtsspel.
“sloot het deurtje van het vogelhuisje”
Beheersing, afsluiting, bezit. De muis — een indringer — eigent zich de ruimte én haar bewoner toe.
→ Kafkaeske logica: de bezette ruimte wordt afgesloten door de bezetter.
“Dee d zijn ding.”
Taaldeconstructie. De subject-actie-relatie valt uiteen. “Dee” — misschien God, misschien een mens, misschien een betekenisloos klankrestant — “doet zijn ding.” Wie kan het iets schelen?
🧠 Filosofische resonanties
- Derrida zou opmerken dat de tekens elkaar verraden: het vogelhuis wordt een muizenval van betekenissen.
- Foucault zou wijzen op de internalisering van macht: het vogeltje wordt gedisciplineerd zonder protest.
- Deleuze zou hierin een rhizomatische verschuiving zien: identiteiten schuiven, krachten vloeien, niets staat vast.
- En Nietzsche? Die zou zeggen: “De muis heeft God vermoord met een piep.”
Dadaïstische reflectie
“Piep zei de muis in het vogelhuis” is poëtische sabotage.
Het doet denken aan Kurt Schwitters’ “Ursonate”, waarin de klank zwaarder weegt dan de zin.
Het is een mini-manifest tegen logica, een lofzang op het anarchistisch spel van taal, een muis die zijn plaats opeist als dictator van betekenis.
- MUIS REGEERT
- VOGEL GEVANGEN
- DEUR DICHT
- ZIN PIEPT
- TAAL VOGELT
Of, zoals het vogeltje zou kunnen fluisteren:
“Alles vliegt. Niets ontsnapt.”
Een denkoefening van de hoogste orde: een leer van het Niks, gegrond in zowel dadaïstische wortels als menswetenschappelijke ernst. Wat volgt is het eerste deel van een artikel dat mijn Zwordkunst-manifest uitbreidt met een systematisch–maar tegelijk subversief–filosofisch kader rond Het Niks, de meta-taal van mijn levenswerk.
🕳 Het Niks als Leer: Zwordkundig Nihilisme in Dadaïstische Tijden
door Jean-Pascal Salomez, denker en zwerver tussen de zinnen
I. Inleiding: Waar niets is, begint iets
Wat blijft er over als zelfs de betekenis uit betekenis verdwijnt? In de taal van Dada was dit reeds zichtbaar: klank boven rede, kladder boven kennis. Maar Dada wilde niet niets zeggen — het wees naar niets als bron van alles. Dat is het verschil tussen absurditeit als chaos en absurditeit als kosmos. De leer van het Niks — mijn leer, als ik dat mag zeggen — wil dit kosmische nihilisme uitspreken, uitleven, uitlachen.
II. Het Niks is niet niets: een ontologische verkenning
Filosofen hebben zich lang geschaamd voor het Niks.
- Parmenides verbood het: “Denken over het niet-zijnde is onmogelijk.”
- Heidegger verdacht het: “Het Niets zelf niets?”
- Sartre omarmde het: “Het Niets is de kern van bewustzijn.”
Maar ik? Ik leef het.
Ik denk niet over het Niks. Ik denk vanuit het Niks. Mijn zinnen zijn wankel, niet omdat ik onwetend ben, maar omdat ik weiger te stabiliseren wat vloeibaar is. In het Niks zijn alle betekenissen gelijkwaardig (en dus even waardeloos). En pas dan: pas dan kunnen ze opnieuw geboren worden — zoals woorden in de lucht van Zee-Pas.
III. Het Zwordprincipe: epistemologie van het verdwijnen
Zwordkunst (mijn taal, mijn daad, mijn vorm van zijn) is:
- Geen therapie → want therapie veronderstelt herstel.
- Geen revolutie → want revolutie veronderstelt een vijand.
- Geen religie → want religie vult het Niks met belofte.
Zwordkunst is verdwijnkunde.
Het is weten hoe te verdwijnen zonder verloren te gaan.
Het is een fluistering van betekenis in een megaphone van afwezigheid.
Hier is een axioma van het Zworddenken:
🧠 “Een gedachte is pas zuiver als ze zichzelf onmogelijk maakt.”
Of anders gezegd:
Wie zijn denken serieus neemt, denkt zichzelf weg.
IV. Niks als ethiek: het zwijgrecht van de Ziel
Er is ook een ethische dimensie aan de leer van het Niks. In een wereld die brult om identiteit, meningen, standpunten, zelfpresentatie… zegt het Zword:
“Zwijg. Laat los. Ontzeggelijkheid is jouw vrijheid.”
Geen zelfhulpboek leert je dat. Maar de boom op het Zwordplein weet het.
V. Afsluiter: Het Niks leeft
Laat de LED-boodschappen daarom spreken in stilte:
- NIKS LEEFT
- ZWORD SCHREEUWT
- DENK WEG
- ZIJN VALT
- IK STIL
We wagen ons in het hart van een paradoxale maar wezenlijk menselijke thematiek: genezing door ontmanteling, door een bewuste destructie van de zelfillusie, identiteit, maatschappelijke functies – tot enkel het “zijn-in-kwetsbaarheid” overblijft. Dit artikeldeel exploreert een radicaal andere psychologie.
🕳 Psychologie van de verdwijnende mens: hoe geneest men met afbraak i.p.v. opbouw?
door Jean-Pascal Salomez, in zwordtaal en ervaring
I. Weg uit de fixatie op “herstel”
De gangbare psychologie is herstelgericht: cognitieve opbouw, herstructurering, traumaverwerking, identiteitsversterking. Deze opbouwgedachte vertrekt vanuit een modernistisch mensbeeld: de mens is een project, een bouwwerk in wording.
Maar wat als deze opbouw zelf de ziekte is?
Wat als de mens niet geneest door zichzelf te worden, maar juist door zichzelf te verliezen?
In mijn praktijk van schrijven, voelen en zwijgen ben ik tot deze radicale hypothese gekomen:
✂️ Soms is het zelfbeeld de wond. En dus is afbraak de enige heling.
II. Afbraak als helingsstrategie – drie fundamenten
1. Deconstructieve introspectie (Derrida in de spreekkamer)
Geen zelfkennis zonder het afpellen van lagen. Elk ‘ik’ is een verhaal dat zichzelf gelooft. In plaats van het zelf te versterken, vragen we: waarom wil je zijn wie je zegt te zijn?
We nodigen uit tot zwordvragen:
- Wie zou je zijn zonder je naam?
- Wat blijft er over als je herinneringen niet van jou zijn?
Dit is geen regressie. Dit is bevrijding van narratieve slavernij.
2. Negatieve empathie (Levinas op de drempel)
In plaats van troost: leegte delen. Geen “ik begrijp je” maar “ik verdwijn met jou.”
Empathie zonder erkenning van verschil is colonisatie.
De verdwijnende mens biedt geen antwoord. Hij blijft.
🧩 Het is ethisch om geen oplossing te willen zijn.
3. Symbolisch sterven (Jung, Artaud, en Dada)
Therapie wordt ritueel: een ruimte waar het oude zelf symbolisch sterft. Niet herboren worden, maar ongemaakt worden.
De mens komt buiten zonder ’tools’, maar mét een diepere leegte die vruchtbaar is.
III. Casus: het afwezigheidsdagboek
Een concrete praktijkvorm van genezing via afbraak:
📓 De cliënt schrijft niet wat hij voelt, denkt of wil — maar wat hij niet is, niet denkt, niet bezit. Iedere ochtend: één zin van ontkenning. Na dertig dagen: stilte. Daarna: adem.
Deze anti-dagboeken zijn revolutionair. Ze vervangen verwerking door verdwijning. Geen catharsis, maar katharsis van niet-zijn.
IV. Psychologisch bronnenonderzoek
Deze benadering is niet zonder precedenten. Ter onderbouwing:
- Thomas Moore (Care of the Soul, 1992): pleit voor lijden als ruimte voor zielsgroei, zonder genezingsdruk.
- Eugene Gendlin (Focusing, 1978): stelt dat betekenis ontstaat waar taal faalt — in het onuitgesproken lichaam.
- Byung-Chul Han (De transparantiemaatschappij, 2012): wijst op de destructieve opbouwdrang van het neoliberale zelf dat zichzelf moet optimaliseren.
- Carl Jung: zijn Nigredo (het zwart worden van de psyche) is een noodzakelijke fase in het individuatieproces.
Maar nergens wordt dit zo radicaal geleefd als in het dadaïstisch, zwordkundig gedachtengoed.
V. Conclusie: de therapie van het niets
Laat deze boodschap dan branden:
- GENEES DOOR TE VALEN
- IK STORT IN, EN DAT IS GOED
- ZELFLOOSHEID GENEEST
- IK? NIET MEER NODIG.
- WELKOM, LEEMTE.
Pedagogiek van het verdwijnende kind
Hoe opvoeding tot vrijheid begint bij het toelaten van verlies.
De leer van het Niks kent geen route, slechts vertakkingen.
🖋️
Hieronder het volgende luik van de Leer van het Niks, ditmaal in de vorm van taalkundige verdwijnkunsten: een dadaïstisch-letterkundige oefenreeks waarin betekenis systematisch ontweken, ontwricht en ontbloot wordt – tot er enkel nog nietsheid resteert.
📚 Taalexperimenten met Niks: dadaïstisch-letterkundige oefeningen in nietsheid
door Jean-Pascal Salomez, verwerver van verdwijnzinnen
I. Inleiding: Taal als verstoorde brug over het Niks
Taal wil verbinden. Taal wil vangen. Maar taal is altijd te laat.
Wat wij bedoelen, is er al niet meer wanneer wij het zeggen.
Daarom oefent de zwordkundige zich niet in betekenisproductie, maar in taalafbraak: spelen met woorden als brokstukken, echo’s, afwezigheden.
Hieronder volgt een reeks oefeningen: partituur voor wie wil verdwalen in zegloosheid.
II. Oefening 1: De verNIKSsing
❝Schrijf een zin van vijf woorden.
Schrap vervolgens één voor één elk woord.
Na elk schrappen: lees de rest hardop.
Bij volledige leegte: zwijg. Herhaal het zwijgen driemaal.❞
Voorbeeld:
- “Ik dacht dat ik wist”
- → “dacht dat ik wist”
- → “dat ik wist”
- → “ik wist”
- → “wist”
- → “”
- → (stilte)
🕳️ Deze oefening leert het verdwijnen van bedoeling.
III. Oefening 2: Klank zonder Klank
❝Spreek een volledig nonsensgedicht uit met volle ernst. Gebruik zelfverzonnen woorden. Noteer het daarna fonetisch op papier.❞
Voorbeeld (uitspraak):
Braflen to gnek da!
Pliz vurro – shnakkit han!
Op schrift:
Bʁaflɛn tu ɡnɛk da!
Plɪz vʊro – ʃnakɪt χan!
🗯️ Taal zonder referent, zonder denotatie, wordt puur lichamelijk ritueel.
IV. Oefening 3: Betekenis-inversie (de contra-dogma)
❝Neem een bekende spreuk en herschrijf hem totdat hij zichzelf tegenspreekt. Gebruik contradicties als richtingaanwijzers.❞
Voorbeeld:
- Origineel: “Wie goed doet, goed ontmoet.”
- Inversie 1: “Wie niet doet, doet beter.”
- Inversie 2: “Ontmoet jezelf door niemand te zijn.”
- Inversie 3: “Doe niets, want dat doet jou.”
🔄 Dit is Zwordlogica: betekenis die zichzelf ondermijnt is dichter bij waarheid dan zekerheid.
V. Oefening 4: De verdwenen brief
❝Schrijf een brief aan iemand die nooit bestaan heeft, over een gebeurtenis die nooit plaatsvond. Verzin details alsof ze onherroepelijk waar zijn. Vernietig de brief na afloop.❞
Fragment:
Lieve Zandora,
De eieren die we nooit bakten liggen nog in het vuur. Jij, altijd weer met je tijdslijnen die over de tafel gleden. Hoe kon ik vergeten dat we nooit bestonden?
📝 Zo oefen je in het creëren van narratieve lege ruimtes.
VI. Oefening 5: Het Woord als Gebaar
❝Schrijf een woord op een kaartje. Vouw het op. Gooi het in een rivier. Noem dit geen actie. Noem het: verdwijnen.❞
Woord: “besef”
→ kaartje
→ water
→ stroom
→ niets meer
→ goed zo
🌊 Zwordtaal is performatief: ze zegt niets, maar gebeurt.
VII. Afsluiting: Het Poëtisch Manifest van de Nietsheid
Laat dit poëtisch slot u dienen:
ik schrijf wat niet wil zijn
en daarom is het waar
mijn zinnen dragen maskers
hun monden zijn leeg
woorden zijn nestjes van stilte
vol geschraapte echo’s
ik ben geen dichter –
ik ben een verdwijntechnicus
🌀 DaDa En Meer NIKS Hier Punt uit.
Zoals een steen in de leegte valt zonder echo.
Zoals het slotakkoord in een stilte die geen publiek vraagt.
Zoals Zwordkunst het wil: geen einde, geen begin, maar een beslissing tot verdwijnen.
En toch:
🌿 Er blijft een blad ritselen.
💬 Een kind krast “DA” in zand.
🕳 De leegte ruist nog even door.
Punt uit is geen einde. Het is een vorm. Een ritueel van stilte.
We laten het staan, beste lezer.
Punt.
Uit.
Of toch weer een begin?