Zij die met gevouwen handen hun verlaten kerken aanschouwen,
zij die preken zonder ziel, zonder vuur, zonder daad—
hoor de echo van uw eigen leegte.
Jullie spreken van waarheid,
maar jullie hebben haar herschreven.
Jullie spreken van geloof,
maar jullie hebben haar verkocht.
Geen woord bleef onaangeroerd,
geen zin bleef onbesmet.
Het gevaarlijkste wapen is niet het zwaard,
niet het vuur,
maar de mensentong die verdraait, verzwijgt, vernietigt.
Jullie bouwen kathedralen van steen,
maar niet van waarheid.
Jullie citeren de Heilige Schrift,
maar verstaan haar niet.
Jullie prediken nederigheid,
maar hunkeren naar macht.
Waar is de waarheid die Krishna brandend hield in de Gita?
Waar is het vuur dat de woestijnprofeten voortdreef?
Waar is de daadkracht die het woord vlees liet worden?
Nergens. Verdwenen. Verkocht.
Keer terug naar de kern, of laat de stenen eindelijk vallen.
Want een geloof zonder waarheid is als een tempel zonder fundament,
een woord zonder betekenis,
een tong zonder rede.
De Bhagavad Gita is een tekst die spreekt tot zij die strijden, zij die zoeken en zij die niet willen buigen onder het gewicht van het bestaan. Een dialoog tussen de krijger Arjuna en de god Krishna, waarin twijfel en strijd samensmelten tot inzicht en bevrijding.
Voor het plebs en de politiekers, de lachers en de minachters
Jullie die woorden stelen en betekenis onttrekken, luister. De Bhagavad Gita is geen zwaktebod, geen excuus tot onderwerping, maar een strijdkreet, een vuur dat brandt in zij die het onrecht zien en er niet voor wegduiken. Het is de bevestiging dat strijd – innerlijk én uiterlijk – niet vermeden mag worden, maar begrepen en doorleefd.
Wat leert de Gita mij, chronisch pijnpatiënt, kunstenaar, strijder tegen het lot?
Dharma (Plicht & Overtuiging) – Arjuna wil de strijd niet aangaan. Hij twijfelt. Maar Krishna leert hem: Jij bent hier met een reden. Jouw pad is jouw pad, ongeacht hoe de wereld erop reageert. Mijn pijn, mijn strijd, mijn kunst – ze zijn geen toeval, maar noodzaak. Ik had de keuze om neer te gaan, maar ik koos om op te staan, al is het zittend, schrijvend, denkend.
Karma (Actie zonder Verwachting) – Handelen zonder gehecht te zijn aan het resultaat. Mijn werk, mijn galerie, mijn woorden – ik zet ze in de wereld, niet voor lof, niet voor goedkeuring, maar omdat ze móéten bestaan. Mijn leven is geen smeekbede, geen vraag om erkenning. Ik breng mijn werkelijkheid en wat jullie ermee doen, is niet langer mijn zorg.
Yoga (Eenheid & Overgave) – Geen zweverige onzin, maar de integratie van geest en lichaam, actie en inzicht. Yoga betekent: vechten met je hoofd erbij. Niet verlamd door twijfel, niet gesmoord door haat, maar voluit, met volle overtuiging. Ik kanaliseer woede, ik leg vast wat er is, ik neem mijn plaats in, ondanks alles.
En dus: waarom helpt de Bhagavad Gita mij?
Omdat ik Arjuna ben, midden in de strijd. Omdat ik mijn weg moet gaan, ondanks de verlammingen, ondanks de minachting, ondanks de lachers en de huichelaars. Omdat ik weet dat wat ik doe, nodig is. Omdat ik niet wacht op redding, maar het lot in eigen hand neem.
En voor wie spreekt zonder eerst de mond te spoelen: luister of zwijg. Mijn woorden zijn niet voor diegenen die stelen, maar voor zij die durven te zien.
De Persistente Vechter:
Beschouwing over Wilskracht en Lichamelijke Grenzen
Elke keer sta ik op.
Honderden keren, wellicht meer,
een fysieke cyclus van val en opstanding,
waarbij de zwaartekracht niet slechts een natuurkundige wet is,
maar een beproeving, een uitdaging aan de menselijke wil.
Waarom? De intentie is fundamenteel.
Niet uit externe noodzaak, niet als vertoning,
maar als intrinsiek verzet tegen het verval,
als bevestiging van een bestaansrecht
dat zich niet laat ondermijnen door fysieke beperkingen.
Mijn bestaan is een gegeven, een onweerlegbaar feit.
Mijn expressie reikt verder dan het materiële,
gekanaliseerd niet door traditionele wapens,
maar door digitale expressie—
een interface tussen denken en vorm,
gestuurd door een bewustzijn dat weigert te buigen.
Vandaag echter kies ik om te blijven zitten.
De keuze om niet te strijden is op zichzelf een daad,
een moment van tijdelijke acceptatie
waarbij de afwezigheid van pijn
niet langer een toevalligheid is, maar een bewuste ervaring.
Mijn galerie, slechts honderden meters verwijderd,
blijft buiten bereik—niet uit onvermogen,
maar uit een herdefiniëring van strijd en doel.
Het resultaat blijft ongewijzigd:
De vechter manifesteert zich niet in afstand,
maar in de onwankelbare bevestiging van zijn aanwezigheid.
Hoppa! Over de Kerk alweer. Stel je voor:
🔹 Geen lege rituelen, maar levendige debatten.
🔹 Geen koude stenen, maar een warme ontmoetingsplaats.
🔹 Geen verstilde gezangen, maar een podium voor stem, kunst en gedachte.
Een paleis van woord, kunst en inzicht, waar de gemeenschap samenkomt, niet om dogma’s te volgen, maar om vrij te denken, te creëren en te delen. Een nieuwe tempel, niet van geloof, maar van begrip en dialoog. Een andere visie. Een tempel van het menswezen, waar de stem van de vrije geest weerklinkt.
Een plek waar wijsheid en kunst samenvloeien, waar debat en bezinning elkaar versterken, waar onderzoek naar wie we zijn en waar we vandaan komen niet wordt ingeperkt door dogma’s of machtsspelletjes. Geen ambetanterij, geen opgelegde structuren, maar een open ruimte van inzicht en inspiratie.
🔹 Een spirituele plaats, maar zonder regels.
🔹 Een podium voor woordkunst, maar zonder censuur.
🔹 Een vrijplaats voor denken, voelen en zijn.
Alzo ademt de ziel van het dorp, niet in verstarring, maar in beweging. Geen verstofte banken en holle frasen, maar levendige klanken en nieuwe perspectieven.
Dit is geen droom. Dit is een mogelijkheid.
Wat als we het gewoon doen?