We bouwen huizen op drijfzandgrond,
met regels die fluisteren, kil en blond.
De wind huilt wetten in holle straten,
waar namen verbleken tot doffe platen.

We eten papier en drinken tijd,
in een wereld die schijnbaar vooruitgang rijdt.
Maar onder de maskers, de cijfers, de troon,
knaagt het verleden aan elke toon.

Toch kiemen woorden, een zucht, een lied,
waar waarheid zich tussen de letters verschiet.
En uit het puin van gebroken dromen,
zal morgen op blote voeten komen.