Piemie en Kuttiewukkie, zo dol op regenbogen, zo happy, zo dolfijn, zo kleurrijk, vrolijk en magisch. Urenlang kijken ze met verwondering naar hun schoonheid. Maar wat is dat een regenboog? Hoe ontstaat hij? En waarom heeft dat ding zeven kleuren, en waarom geen schakeringen van kleur? Dat alles vraagt Kuttiewukkie zich af, en dit tijdens haar avontuurtje met haar broer Piemie.

Den Piemie legt het haar es haarfijn uit. Een regenboog is een optisch verschijnsel dat ontstaat als zonlicht wordt gebroken en weerkaatst door waterdruppels in de lucht. Het zonlicht bestaat uit verschillende golflengtes die elk een andere kleur hebben. Als het zonlicht de waterdruppels raakt, wordt het afgebogen en gesplitst in de verschillende kleuren. Dit heet breking. 

Vervolgens wordt het licht teruggekaatst door de achterkant van de druppel. Dit heet reflectie. Daarna wordt het licht weer gebroken als het de druppel verlaat. Dit heet weer breking. Door al deze brekingen en reflecties ontstaat er een spectrum van kleuren dat we zien als een regenboog. De kleuren zijn altijd in dezelfde volgorde: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Dit kun je onthouden met het ezellinnebruggeke ROGGBIV. Maar waarom zijn de kleuren in die volgorde, vraagt den Piemie? 

Dat komt doordat elke kleur een andere brekingshoek heeft. Rood licht heeft de grootste brekingshoek en wordt dus het minst afgebogen. Violet licht heeft de kleinste brekingshoek en wordt dus het meest afgebogen. Daarom zien we rood licht aan de buitenkant van de regenboog en violet licht aan de binnenkant. De andere kleuren zitten daar tussenin. 

Maar wacht eens even, als elke waterdruppel een regenboog maakt, waarom zien we dan niet overal regenbogen? Dat komt doordat we alleen een regenboog kunnen zien als we op de juiste plek staan ten opzichte van de zon en de waterdruppels. De zon moet achter ons zijn en de waterdruppels moeten voor ons zijn. Bovendien moet de zon laag aan de hemel staan, anders is de regenboog te hoog om te zien. 

Een regenboog is dus eigenlijk een persoonlijk verschijnsel. Iedereen ziet zijn eigen regenboog, afhankelijk van waar hij staat en hoe hij kijkt. Niemand kan dezelfde regenboog zien als jij. Dat maakt het nog specialer Kuttiewukkie, vind je niet? Kuttiewukkie stond versteld van wat ze wist.

Maar, Piemie en zijn zusje Kuttiewukkie hadden samen een geheimpje dat ik hier deel. Ze hadden namelijk ontdekt dat als je op een bepaalde plek stond, precies tussen twee regenbogen in, er iets heel bijzonders gebeurde. Het leek wel alsof de kleuren van de regenbogen begonnen te bewegen en te veranderen. Het was alsof ze in een magische tunnel waren gestapt. Op een regenachtige dag besloten ze weer naar die bijzondere plek te gaan. Ze klommen over hekken, sprongen over plassen en renden door de modder. Toen ze eindelijk op hun bestemming aankwamen, waren ze buiten adem. Maar het was het allemaal waard.

Daar stonden ze dan, tussen twee regenbogen in. De kleuren bewogen en veranderden, ze werden steeds feller en intenser. Plotseling begon de grond onder hun voeten te trillen en begon de lucht te rimpelen als een vijver. En toen gebeurde het onvoorstelbare: de regenbogen begonnen te groeien en te strekken, tot ze zo groot waren als reuzen.

Piemie en Kuttiewukkie waren sprakeloos. Ze staarden omhoog, naar de gigantische regenbogen die boven hen uittorenden. Maar toen gebeurde er iets nog ongelooflijkers. De regenbogen begonnen te bewegen, alsof ze leefden. Ze strekten hun gekleurde armen uit en pakten Piemie en Kuttiewukkie vast. Het voelde alsof ze werden omhelsd door een wolk van kleur.

De regenbogen begonnen te zweven en te draaien, terwijl Piemie en Kuttiewukkie mee werden genomen op een magische reis door de lucht. Ze vlogen over bergen en dalen, over zeeën en oceanen. Onder hen bewogen de wolken als zachte kussens en de zon scheen warm op hun gezichten.

Na een tijdje landden de regenbogen op een geheime plek, hoog in de bergen. Daar stonden ze stil en lieten ze Piemie en Kuttiewukkie los. De twee kinderen stonden sprakeloos te kijken naar de prachtige omgeving om hen heen. Er waren watervallen van kristalhelder water en bomen met bladeren zo groot als boten. De lucht rook naar bloemen en de zon scheen fel aan de hemel.

Piemie en Kuttiewukkie wisten niet wat ze moesten zeggen. Dit was de meest surrealistische en magische ervaring die ze ooit hadden meegemaakt. En toen, net toen ze dachten dat het niet beter kon worden, kwam er een reusachtige eenhoorn uit de bosjes tevoorschijn. De eenhoorn stond rustig te kijken naar de kinderen en knipoogde naar hen. Het was alsof hij wilde zeggen: “Welkom in mijn wereld.”

Piemie en Kuttiewukkie wisten dat ze deze ervaring nooit zouden vergeten. Tid veun pafke, zei Piemie, en ze bedankten de reutemeteut en vlogen chill en op het gemak terug naar huis, gaan gamen.